In de analyse van het Nederlandse jeugdtennis zijn er 7 knelpunten naar voren gekomen. Hieronder vind je de knelpunten:
1. De wedstrijden duren voor veel leeftijdsgroepen te lang.
Kinderen doen activiteiten over het algemeen niet al te lang. Dit heeft te maken met de korte aandachtsboog die kenmerkend is voor kinderen. Toch kan het kinderspel vaak nog lang doorgaan. Kinderspel is alleen niet altijd te vergelijken met het spelen van een tenniswedstrijd. Spanning, druk van ouders en trainers, druk van je team zijn zaken die sport onderscheiden van spel. De vraag is hoe lang een jeugdwedstrijd moet duren.
2. Er wordt erg veel individueel gespeeld maar kinderen hebben behoefte aan de veiligheid van de groep en de sociale interactie binnen de groep.
Waarom is een teamsport vaak zo geschikt voor kinderen? De veiligheid van de groep en het optrekken met je vrienden is daarbij erg belangrijk. Naarmate kinderen ouder worden zijn ze beter in staat individueel te opereren. Moeten we tennis dan misschien niet meer in grotere teams spelen?
3. Kinderen spelen gedurende het jaar te weinig wedstrijden waardoor er geen verbinding is tussen spelen en leren.
Kinderen zijn gemotiveerd om iets te leren als ze het nut hiervan inzien. Een 'need to learn' maakt de motivatie om tijd te investeren in leren binnen tennis groter. Waar komt deze 'need to learn' vandaan? Wat ons betreft vanuit het spelen van wedstrijden. Binnen de wedstrijden ervaar je iets wat je later wilt verbeteren. 70% van onze kinderen speelt echter nauwelijks wedstrijden.
4. Kinderen spelen over het algemeen te snel op een grote baan.
Het belang van een kleinere baan wordt door steeds meer trainers en verenigingen onderkend. Echter, nog steeds spelen kinderen te snel op een grote baan omdat bijvoorbeeld de competitie op de grote baan wordt gespeeld.
5. Vanaf 2012 mag er in wedstrijden t/m 10 jaar geen gele bal meer gebruikt worden. (nieuwe ITF regel)
In Nederland is dit eigenlijk geen probleem meer. Alle wedstrijden in de categorie t/m 10 moeten worden gespeeld met een groene, oranje of rode bal. Of dit in de praktijk ook altijd gebeurt?
6. Er bestaat een gering of onduidelijk aanbod van toernooien.
Voor een toernooi moet je niet te ver moeten reizen. Zeker als kinderen tennis nog niet als belangrijkste sport zien zullen ze niet staan te trappelen om vaak ver te reizen
7. De geografische spreiding van de toernooien is over het jaar niet optimaal.
Er zijn gebieden in Nederland waar een redelijke hoeveelheid jeugdactiviteiten wordt georganiseerd. De spreiding is echter verre van optimaal. Veel gebied kennen geen of nauwelijks jeugdtoernooien voor Rood, Oranje of Groen.