Op dit blog vindt u posts die te maken hebben met het veranderingsproces dat als doel heeft om jeugdtennis verslavend leuk te maken.

maandag 24 juni 2013

Een slim wedstrijdprogramma

door: Ronald Pothuizen, projectleider Tenniskids


"Meester gaan we wedstrijdje spelen". Hoe vaak heb ik dit niet gehoord in de tijd dat ik nog fulltime tennisleraar was. Mijn antwoord was dan "ja, aan het eind van de les", of zoiets als "als we eerst dit of dat hebben geoefend". Wedstrijden spelen was in mijn optiek natuurlijk niet het doel van de les. Ik was trainer en moest en zou de kids allerlei technieken en tactieken aanleren want die hadden ze per slot van rekening nodig voor hun tennistoekomst. Hoe mis kan je als trainer zitten? Intussen ben ik erachter dat het kind toch een beetje anders in elkaar zit.

Het kind komt namelijk maar voor een ding en dat is..... juist, wedstrijdjes spelen. Daarvoor is het op tennis gegaan. Niet om allerlei grepen te leren waar ie nog geen idee van heeft waar ze voor nodig zijn. De bal moet over het net en "ik wil de tegenstander laten rennen van links naar rechts", en "ik wil de bal in een keer scoren" en "ik wil hard slaan" en nog veel meer. Wij gaan toch ook alleen maar op gitaarles omdat we een liedje willen spelen, je gaat toch op golfles om een ronde te kunnen spelen, toch niet om alleen van de driving range ballen te meppen. "Das toch niet echt!"

Dus eigenlijk begint alles bij het spelen van dat wedstrijdje. Hoe simpel dat in het begin ook gaat. Vervolgens kan er vanuit dat wedstrijdje een behoefte ontstaan om iets te verbeteren. Of de trainer creeërt een situatie die ervoor zorgt dat het kind ontdekt dat er nog veel meer te beleven is binnen dat spel.

Aha, dus eigenlijk is de wedstrijd een tool om het tennisspel te ontdekken, om gemotiveerd te raken om meer tijd in tennis te stoppen en om er nog meer van te weten. Een tool dus die ons als tennisbegeleiders kan helpen bij de opleiding van een tennisspeler.

Hoe ontwikkel ik dan als begeleider een slim wedstrijdprogramma?

Kijk hierbij goed naar wat je precies wilt bereiken. Soms redeneren we teveel vanuit het idee dat elke wedstrijd spannend moet zijn. Dat zal lekker zijn op mijn werk. Dat alle projecten en opdrachten die ik krijg spannend en uitdagend zijn. Ik ben bang dat ik na drie maanden gillend het bondsbureau uit ren. Is het soms ook niet lekker om het even wat makkelijker te hebben? Wat doen wedstrijden eigenlijk met kids?

Makkelijke wedstrijden

Dik gewonnen. Dit was een eitje. Ouders redeneren vaak dat het kind hier niets aan heeft gehad. Maar is dat wel zo? Zou het niet kunnen zijn dat kinderen juist door dit soort wedstrijden hun zelfvertrouwen vergroten. Is het niet zo dat deze kids in het team/bij hun vrienden gewaardeerd worden omdat ze de punten binnenhalen? Ik denk dus dat dit soort wedstrijden nuttig is.

Spannende wedstrijden

Je kunt de wedstrijd net winnen of net verliezen. Kids moeten dus vol aan de bak. Slimme keuzes zijn bepalend, domme fouten worden afgestraft. Of te wel, ik moet enorm knokken met een kans dat ik de wedstrijd kan winnen.

Te moeilijke wedstrijden

De tegenstander is veel te goed. Winnen is bijna onmogelijk. Hier leer ik dus incasseren. Hier merk ik dat er nog veel te leren valt. Hier voel ik de weerstend van de tegenspeler.

Een goede balans

Ik ben er van overtuigd dat de begeleider van een jeugdspeler moet zorgen voor een juiste balans tussen deze drie type wedstrijden. De verhouding 1/3, 1/3, 1/3 wordt vaak gehanteerd. Dit betekent dus dat in het programma van het kind 1/3 van de wedstrijden makkelijk gewonnen moet worden, 1/3 van de wedstrijden spannend zijn en 1/3 van de wedstrijden dik verloren worden.

Hoe organiseren

In mijn optiek is de KNLTB verantwoordelijk voor het aanbieden van de juiste ingrediënten. Maar de ingrediënten zullen niet voor iedere speler hetzelfde zijn. Laat ik een voorbeeld geven.
Lucas, een oranje speler, speelt mee in zijn team in de World Tour. Voor Lucas is de World Tour een eitje. Alle wedstrijden worden redelijk gemakkelijk gewonnen. Lucas is de held van zijn team want hij haalt veel punten binnen. De trainer van Lucas ziet de resultaten en bedenkt dat hij wel wat anderssoortige partijen nodig heeft en schrijft hem in voor een aantal oranje jeugdtoernooien waarvan hij weet dat er redelijk goede spelers meedoen. Lucas speelt daar gelijkwaardige partijen. Nu is er nog een uitdaging voor de trainer. De verliespartijen organiseren. Hiervoor vraagt hij een groene speler van de club om tegen Lucas te spelen op een oranje baan. Opdracht aan de groene speler is om Lucas alle hoeken van de baan te laten zien.

Natuurlijk plan je deze wedstrijden lekker door elkaar. Daarom is de World Tour (een keer per maand) ook ideaal.  Er blijven dus drie weken over om andere soorten wedstrijden te plannen.

Ik ben van mening dat een dergelijke aanpak enorm kan bijdragen bij de ontwikkeling van jonge enthousiaste tennisspelers. Wat vind jij? Zie ik het verkeerd?