Op dit blog vindt u posts die te maken hebben met het veranderingsproces dat als doel heeft om jeugdtennis verslavend leuk te maken.

donderdag 25 oktober 2012

Falen mag


door: Gaby Kuijpers, moeder van twee tenniskids en eigenaar van communicatiebureau aquablauw

Laatst las ik in een boek over cognitieve veerkracht. Dat we onze emotionele veerkracht verder kunnen versterken door cognitieve trainingen gericht op het ontwikkelen van optimisme. Interessant! Ik citeer: “Er was eens een atleet die de moed had de wereld te vertellen dat hij voortdurend faalde: ‘Ik heb in mijn carrière meer dan negenduizend worpen gemist. Ik heb bijna driehonderd wedstrijden verloren. Zesentwintig keer heb ik het vertrouwen van mijn ploeggenoten beschaamd door bij de beslissende worp niet te scoren. Telkens weer heb ik gefaald in mijn leven. En dat is waarom ik zo succesvol ben.’” 
Mooi hè, het gaat hier om Michael Jordan. Ik denk wel de beste basketbalspeler ooit. Hij baalt enorm dat hij heeft gefaald, maar hij geeft direct aan dat falen een bouwsteen is voor succes.

Ik ben er zo eentje die niet van mislukkingen houdt. Ik vind falen ’n rotwoord. Net als mislukken of fouten maken. Ik houd van leuk, gezellig en lukken. Als ik aan mijn moeder vraag hoe ik als kind was: ‘Jij, je wilde altijd tienen halen. Ik zag het al van een kilometer afstand als je niet tevreden was.’ Mooie spiegel! ‘Terug naar de tennisbaan want daardoor kwam het citaat van Michael Jordan boven borrelen. Ik had met de (fantastische) tennistrainer van mijn meiden een falendiscussie. Hij heeft het allemaal goed door, welke kinderen er absoluut niet tegen kunnen om te falen en welke kids er heel anders instaan. Hij is daar om de kinderen iets te leren! En dat het niet meteen lukt, dat is logisch, wat staat hij anders te doen op die baan?

In mijn omgeving doe ik een klein onderzoekje. Puberella dochter van elf zegt: ‘Falen is je doel niet bereiken.’ Ja? En hoe voelt dat dan? ‘Duh! Niet leuk natuurlijk. Maar in de tennisles is het niet zo erg. In een wedstrijd baal je enorm.’ M’n meisje van tien zegt dat iets dan niet lukt. In Oranje is dat helemaal niet erg. Daar ben je om te leren. ‘Maar in Groen, oeioeioei, dan moet je alles goed doen.’

Non-verbale reactie

Vooral prestatieve mensen/kinderen kunnen gebukt gaan onder een enorme faalangst zegt de literatuur. En hoe komt dat dan? Door wie of wat wordt dat dan veroorzaakt? Zit het in de aard van het kind? Wordt het nog eens extra aangewakkerd door de ouders?  Jarenlang heb ik in topsport gewerkt en zag ik ouders die wilden dat hun kroost een Wesley Sneijder zouden worden, een Rafaël Nadal of een van de Williams sisters. Ik heb me altijd voorgenomen om zo niet te worden! Eerlijk is eerlijk, ik zeg altijd wel dat ik het veel belangrijker vind dat ze een leuke pot tennissen met mooie rally’s, maar straal ik niet iets anders uit? Zit ik niet enorm geïrriteerd te kijken als de tweede onderhandse (!) service het net invliegt? En achteraf noem ik het meestal nog.

Opeens realiseerde ik me dat een voetballer ooit tegen me zei dat je 1/3 van je wedstrijden wint, 1/3 gelijk speelt en 1/3 verliest en dat je van verliezen heel veel leert. Falen maakt je sterker, maar het moet je niet zó beïnvloeden dat je blokkeert. Mooi gezegd, dankjewel! Leggen we (ouders, docenten, de maatschappij et cetera) onze kinderen niet veel te veel druk op dat ze iets direct goed moeten doen? Als mijn kids op straat spelen, gaat het helemaal niet om winnen en het goed doen, ze spelen  met z’n allen een spel (dat ze zelf ook nog eens verzinnen) en iedereen doet mee. Dat is toch de bedoeling, ook van het tennisspel, heerlijk met een groep de baan op? Het gaat in de eerste plaats om het plezier! Dat je ’t leuk vindt wat je doet.

Vandaag zit ik weer bij mijn meiden op de tennisbaan en doe ik het allemaal anders! Ik ga in alles uitstralen dat falen mag! Dat het ze verder brengt! Met dank aan Michael.